Uit cijfers die ACOD opvroeg bij de Directie Personeel en Organisatie (DPO) blijkt dat exact 101 UGent-collega’s werken aan een uurloon dat lager is dan 14€/uur. Het gaat dan vooral om collega’s in functieklasse D en C, maar ook enkelen in de begingraad van functieklasse B. ACOD blijft bij haar standpunt dat de minimumlonen aan de UGent moeten opgetrokken worden naar minstens 14€/uur.
Op 14 mei 2019 lanceerde ACOD haar campagne “UGent Fight for 14€”, om aan de UGent een minimumloon van 14€ per uur te eisen. In het kader van die campagne vroegen we bij DPO naar cijfers van aantallen personeelsleden per ATP-functieklasse. Uit die cijfers blijkt dat 101 collega’s onder het minimum van 14€/uur vallen. Concreet gaat het om 42 collega’s in functieklasse D, 47 in functieklasse C, en 12 in functieklasse D.
We keken ook naar de verdeling tussen man en vrouw. Daarbij moeten we opmerken dat het ATP aan de UGent vooral bestaat uit vrouwen: 64,83% van ons administratief en technisch personeel is vrouw. Bij onderzoekers zijn de mannen dan weer in de meerderheid, vooral dan onder de professoren: bij het ZAP vormen de mannen met 74,49% de meerderheid. Sowieso zien we dus ook aan de UGent het algemeen maatschappelijk fenomeen dat vrouwen vooral de administratieve en zorgtaken opnemen, en dat mannen vaker terug te vinden zijn in leidinggevende en technische functies. Die onderverdeling vinden we ook terug bij de UGent’ers die minder dan 14€/uur verdienen. In totaal gaat het om 65,35% vrouwen en 34,65% mannen, nipt iets meer vrouwen dan bij de hele ATP-populatie. Als we echter gaan kijken bij de allerlaagste lonen in functieklasse D – voor het grootste deel collega’s binnen de maaltijdvoorzieningen – zien we dat de vrouwelijke collega’s daar 76,19% van het totaal uitmaken. Bij functieklasse C, waarbinnen ook veel technische profielen zitten, is de verhouding 57,45% vrouw en 42,55% man. De conclusie blijft dus wel degelijk dat in lagere functieklasses met lagere lonen in verhouding meer vrouwen terug te vinden zijn. De UGent vormt dan ook geen uitzondering op deze maatschappelijke tendens.
We vroegen het bestuur ook naar een reactie op de lage lonen aan de UGent, en naar een plan om deze op te trekken naar het minimum van 14€/uur. Die reactie en dat plan kregen we helaas nog niet. Wel kregen we een eigenaardige tabel voorgeschoteld waarvan de vertegenwoordigers van het bestuur niet duidelijk leken te kunnen of willen aangeven wat de bedoeling was, maar die op zijn minst overkwam als een poging om het probleem van lage lonen aan de UGent te minimaliseren: het bestuur maakte een berekening waarin bij de maandelijkse nettolonen ook het vakantiegeld, de eindejaarstoelage, de ecocheques en de haard– en standplaatstoelage werd meegerekend. Op die manier zou geen enkel personeelslid onder de 1.700€ netto vallen die overeenkomt met een voltijds brutoloon van 14€ per uur.
Dit is niet de manier waarop ACOD UGent, noch het ABVV, de 14€/uur zien. Dit bedrag is gebaseerd op het minimum dat een gezin of alleenstaande vandaag in België nodig heeft om in alle basisvoorzieningen te kunnen voorzien: woning, verwarming, elektriciteit, transport, voedsel, kleding, onderwijs, medische kosten en een beperkt budget voor ontspanning en onverwachte kosten. Daarbij houden wij geen rekening met het vakantiegeld of de eindejaarstoelage: wij vinden dat ook mensen met een beperkt inkomen het recht hebben op een jaarlijkse vakantie, of om met kerst en nieuwjaar een geschenk te kunnen kopen voor kinderen, familie, vrienden, of zichzelf. Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage dienen dan ook niet om de elektriciteitsrekening of de huurschuld te betalen: het maandloon moet voldoende zijn om die kosten te dekken. We hopen dat het universiteitsbestuur die mening deelt…
Een tweede opmerking vanuit het universiteitsbestuur was dat er “geen geld” is voor deze eis. Nochtans hebben we van in het begin duidelijk gemaakt dat er mogelijkheden zijn om dat geld te vinden. Een meerderheid van de collega’s in de laagste loonschalen is contractueel. Hen statutair maken zou niet alleen voor henzelf een stap vooruit betekenen, maar zou ook de loonkost sterk drukken, geld dat kan gebruikt worden om de laagste lonen op te trekken. Het bestuur antwoordde echter dat ze deze statutarisering reeds gepland hebben, en het geld “voor iets anders” is bedoeld. ACOD pleit al jaren voor een maximale statutarisering, en tot nu toe heeft het universiteitsbestuur nagelaten daar werk van te maken. Het zou ons dus ten zeerste verbazen dat er nu plots wel al een becijferd plan bestaat voor statutarisering, en dat daarin geen middelen meer zijn voor een minimumloon van 14€/uur. De totale kostprijs voor deze verhoging zou trouwens slechts een 425.000€ kosten: we kunnen moeilijk geloven dat zo’n bedrag niet kan gevonden worden in de UGent-begroting die intussen bijna 700 miljoen euro bedraagt.
We herhalen dan ook onze eis naar het UGent-bestuur om werk te maken van een minimumloon van 14€/uur, en vragen een concreet plan om hier toe te komen. De komende weken en maanden zullen we overal aan de UGent campagne voeren rond deze eis: we gaan in discussie met personeel en studenten, en zullen bouwen aan een draagvlak om ze realiteit te maken. Wij gaan er voor, maar we zullen jullie steun nodig hebben!
Onze eisen:
- Een minimumloon van 14€/uur voor iedereen aan de UGent.
- De UGent moet ook aan onderaannemers eenzelfde minimum opleggen.
- Massaal inzetten op statutaire vaste benoeming waar mogelijk, en de invoering van een aanvullende ziekteverzekering voor contractuelen: ziek zijn mag niet tot loonverlies en armoede leiden!