Het personeelsbeleidsplan 2013 voor de centrale administratie

Submitted by ACOD UGent on do, 03/07/2013 - 10:31

Op vrijdag 22 februari werd het personeelsbeleidsplan 2013 voor de centrale administratie (met uitzondering van de Directie Studentenvoorzieningen) voorgelegd aan het personeelsonderhandelingscomité. Dit beleidsplan is terug te vinden via deze link (inloggen vereist). In dit beleidsplan wordt bepaald hoe de personeelsmiddelen die jaarlijks worden voorzien vanuit het departement Onderwijs van de Vlaamse overheid (de zogenaamde "personeelspunten") in 2013 zullen worden aangewend binnen de centrale administratie.

Vanaf 2013 heeft de UGent aanzienlijk meer personeelsmiddelen ter beschikking gekregen van de overheid. In het beleidsplan werd voorgesteld om een deel van deze bijkomende personeelspunten toe te wijzen aan de centrale administratie (CA). Dit deel komt overeen met het aandeel van de personeelsleden van de CA in het totaal van alle UGent-personeelsleden die worden betaald via de personeelspunten. Dit aandeel bedraagt 12,5%. Meer info hierover vind je hier (inloggen vereist).

Wij zijn natuurlijk verheugd dat er bijkomende personeelspunten worden voorzien voor de CA. De laatste jaren werd de CA op dit vlak immers heel stiefmoederlijk behandeld, ofschoon haar taken steeds verder zijn blijven toenemen. Voor dit laatste hoeven we bijvoorbeeld maar te verwijzen naar het enorm toegenomen aantal studenten en onderzoekers, en naar de talrijke projecten die werden opgestart naar aanleiding van het strategisch plan van de UGent, terwijl voor dit alles nagenoeg geen extra personeel werd voorzien.

Deze toename van de personeelspunten voor de CA in 2013 betekent echter niet dat de problemen van de voorgaande jaren zijn opgelost, noch dat er in de volgende jaren voldoende personeelspunten zullen zijn binnen de CA. De bijkomende middelen zijn enkel voldoende om ervoor te zorgen dat de CA in 2013 min of meer stabiel blijft, en niet verder achteruit gaat zoals de voorgaande jaren het geval was. Dit laatste is onder meer het gevolg van het feit dat jaarlijks een aantal personeelsleden die op pensioen gaan niet zomaar kunnen worden vervangen. Het gaat hier meer bepaald over de personeelsleden die indertijd met contracten van onbepaalde duur werden aangeworven op het zogenaamde "niet-geaffecteerd patrimonium" (NGP) van de UGent. Dit NGP is als het ware een afzonderlijke "kas" met financiële middelen van de UGent, los van de personeelspunten.

Het bestuur heeft op een bepaald moment beslist, in een fase van besparingsmaatregelen, dat het personeelskader op dit NGP moet worden afgebouwd en op termijn dient te verdwijnen wanneer alle betrokkenen de UGent hebben verlaten. Dit heeft tot gevolg dat er geen nieuwe personeelsleden meer mogen worden aangeworven op dit NGP, en dat personeelsleden die op pensioen gaan ook niet kunnen worden vervangen met middelen van dit NGP. Bij het vertrek van collega’s die werden betaald op het NGP, wordt de functie die zij uitoefenden dus geschrapt. Als men deze functie toch wil behouden, dan moet deze voortaan worden betaald via de personeelspunten.

De centrale administratie moet dus jaarlijks bijkomende personeelspunten vragen in haar beleidsplan om er enkel al maar voor te zorgen dat zij eenzelfde aantal personeelsleden zou kunnen behouden. Gedurende de voorgaande jaren werd steeds maar een heel beperkt aantal van de vertrekkende personeelsleden op die manier vervangen. De CA moet het ondanks de extra punten van 2013 nog steeds met heel wat minder personeel stellen dan enkele jaren geleden, en dat terwijl zoals reeds gezegd de werklast voor de CA steeds verder is blijven toenemen.

Bij dit alles is het belangrijk om op te merken dat eigenlijk niet een gebrek aan financiële middelen aan de basis ligt van de voornoemde problemen, maar dat er vooral iets schort aan het beleid dat wordt gevoerd. Zo geeft de UGent jaarlijks ruim 4 miljoen euro uit aan 27 VTE (!!!) externe consultants. Deze externe consultants doen in de meeste gevallen werk dat perfect door eigen personeel zou kunnen worden uitgevoerd. Indien de UGent deze middelen zou inzetten om zelf personeel aan te werven, dan zou zij met ditzelfde bedrag veel meer mensen voltijds kunnen aanwerven die dus daarnaast ook nog andere taken zouden kunnen uitvoeren. In tegenstelling tot externe consultants zouden deze eigen personeelsleden bovendien verbonden zijn met onze instelling, en is de kans aanzienlijk kleiner dat zij zomaar van de ene dag op de andere uit de instelling zouden verdwijnen samen met alle kennis en ervaring die zij hebben opgebouwd.

Naast de bovenstaande vaststellingen is er ook in dit beleidsplan nog steeds geen oplossing voorzien voor de talrijke structurele functies binnen de CA die nog steeds worden ingevuld met personeel in tijdelijke statuten. Uit informeel overleg tussen de vakbonden en de UGent is wel gebleken dat spoedig werk zal worden gemaakt van de problematiek van de tijdelijke personeelsleden in het algemeen, onder meer wat betreft de correcte toepassingen van de wetgeving rond de arbeidsovereenkomsten, de uitbouw van een degelijk wervingsbeleid, en het uitbreiden van de aanvullende pensioenverzekering naar alle niet-statutaire personeelsleden ongeacht hun tewerkstelling.

ACOD is van mening dat er in het voorgelegde personeelsbeleidsplan 2013 van de CA nog heel wat vragen onbeantwoord zijn gebleven, en dat er zeker nog geen structurele oplossing wordt geboden voor het personeelstekort waar de CA al jarenlang mee te kampen heeft. Desondanks zijn de bijkomende punten die in 2013 aan de CA worden toegekend een belangrijke eerste stap om de achteruitgang van de CA te stoppen en om in de toekomst met een inhaaloperatie te kunnen beginnen. Met deze punten zullen ook reeds een aantal functies, die momenteel nog op tijdelijke basis worden ingevuld, structureel kunnen worden verankerd. Daarom heeft ACOD besloten om het voorstel tot personeelsbeleidsplan 2013 voor de centrale administratie, na het maken van de voornoemde opmerkingen, toch goed te keuren.