Drastische hervorming loopbaanonderbrekingen vanaf 2 september 2016 (update augustus 2016)

Submitted by ACOD UGent on di, 08/23/2016 - 16:22

Onderstaande informatie is gebaseerd op het Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet, zoals dit werd genomen op 26 juli 2016, en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2016. Let vooral op de passages in kleur voor wat betreft de wijzigingen en aanvullingen ten opzichte van de vorige berichtgeving.

Een aantal meer praktische modaliteiten rond het aanvragen van zorgkrediet binnen de onderwijssector zullen nog worden vastgelegd in een afzonderlijk Besluit van de Vlaamse Regering, dat echter nog formeel dient te worden genomen. De bepaling uit het ontwerp van dit Besluit werden hieronder ook reeds opgenomen, onder voorbehoud van de definitieve beslissing van de Vlaamse Regering (aangeduid in de tekst).

De Vlaamse Regering heeft een drastische hervorming doorgevoerd van het stelsel van loopbaanonderbrekingen waarvoor zij recent bevoegd is geworden in het kader van de federale staatshervorming. Deze heeft een belangrijke impact op de mogelijkheid tot het nemen van dergelijke volledige of gedeeltelijke onderbrekingen van de loopbaan. De modaliteiten van deze hervorming worden hieronder toegelicht.

Kort samengevat zijn dit de belangrijkste punten van deze hervorming:

  • de afschaffing van de mogelijkheid om een volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking aan te vragen in het algemeen stelsel
  • de afschaffing van de mogelijkheid om een gedeeltelijke loopbaanonderbreking aan te vragen in het einde loopbaanstelsel (50+/55+)
  • de thematische verloven ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, en palliatief verlof blijven voorlopig ongewijzigd bestaan
  • de Vlaamse aanmoedigingspremie wordt afgeschaft
  • er wordt een nieuwe gemotiveerde verlofmogelijkheid ingevoerd, het zogenaamde "zorgkrediet"
  • loopbaanonderbrekingen die zijn ingegaan ten laatste op 1 september 2016 en die ongewijzigd blijven, worden tot hun einddatum verder behandeld volgens de huidige regelgeving

1) Wat gebeurt er met de bestaande mogelijkheden voor loopbaanonderbreking?

a) De thematische verloven ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, en palliatief verlof

Aan de bestaande mogelijkheden voor het opnemen van deze thematische verloven verandert er momenteel niets. Voorlopig worden deze verlofstelsels niet overgenomen door de Vlaamse Overheid, en blijft de RVA de aanvragen hiervoor verder behandelen. De voorziene onderbrekingsuitkeringen van de RVA voor deze stelsels blijven van toepassing. Wel is het zo dat met ingang van 2 september 2016 de Vlaamse Aanmoedigingspremie volledig wordt afgeschaft. Dit betekent dat deze premie dus ook niet meer zal worden toegekend voor nieuwe aanvragen (of voor aanvragen tot verlenging of wijziging) van thematische verloven die ingaan na 1 september 2016. Enkel voor periodes van thematische verloven die reeds zijn ingegaan ten laatste op 1 september 2016 zal de aanmoedigingspremie nog verder worden uitbetaald volgens de oude regels en dit uiterlijk tot het einde van die lopende periode.

Merk op: op termijn zullen ook de thematische verloven worden overgenomen door de Vlaamse Overheid. Op dat moment zullen deze wellicht worden hervormd en geïntegreerd in het dan bestaande stelsel van "zorgkrediet" (zie verder). De timing voor een dergelijke overgang is echter momenteel nog niet bekend. Deze te verwachten overgang hangt nauw samen met de mogelijkheden binnen de Vlaamse begroting om hiervoor de nodige financiering te voorzien, dewelke er volgens de overheid momenteel niet zijn.

b) De volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het algemeen stelsel en de gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het einde loopbaanstelsel (50+/55+)

Het betreft hier de thans bestaande mogelijkheid voor contractuele en statutaire ATP-leden, voor WP-leden en voor OP-leden om onder bepaalde voorwaarden hun loopbaan te onderbreken in het algemene stelsel of het einde loopbaanstelsel. Deze vormen van loopbaanonderbreking bestaan niet voor de leden van het academisch personeel, noch voor de bursalen. Voor de leden van het academisch personeel bestaan er specifieke mogelijkheden voor ambtsonderbreking die niet vallen onder de regelgeving voor loopbaanonderbrekingen.

Binnen het algemeen stelsel is er geen specifieke motivatie nodig voor de aanvraag tot loopbaanonderbreking. Dergelijke onderbrekingen kunnen volgens de geldende voorwaarden en modaliteiten worden aangevraagd voor een periode van in totaal maximum 60 maanden voltijdse en 60 maanden deeltijdse loopbaanonderbreking over de volledige loopbaan.

Binnen het einde loopbaanstelsel is het mogelijk om een gedeeltelijke loopbaanonderbreking aan te vragen vanaf de leeftijd van 55 jaar en dit tot aan de pensioengerechtigde leeftijd (*). In afwijking hierop kan men reeds vanaf de leeftijd van 50 jaar instappen in een gedeeltelijke loopbaanonderbreking aan 1/5 in dit einde loopbaanstelsel indien men al een beroepsloopbaan achter de rug heeft van 28 jaar.

Beide stelsels staan los van elkaar. Wie aan de voorwaarden voldoet voor onderbreking in het einde loopbaanstelsel kan instappen ongeacht hoeveel maanden onderbreking hij of zij doorheen de loopbaan reeds zou hebben opgenomen in het algemeen stelsel.

(*) De vroegst mogelijke pensioengerechtigde leeftijd wordt bepaald op basis van de federale wetgeving. Eventueel vroeger gedane beloftes, bvb destijds door de hogeschool aan de personeelsleden die daarna zijn overgekomen bij de integratie, kunnen niet worden nagekomen indien deze strijdig zouden zijn met de huidige, ondertussen sterk gewijzigde pensioenwetgeving.

Nieuwe aanvragen:

Nieuwe aanvragen voor loopbaanonderbrekingen in het algemeen stelsel of in het einde loopbaanstelsel die ingaan ten laatste op 1 september 2016 worden verder behandeld volgens de thans bestaande regels tot op het moment dat deze loopbaanonderbrekingen aflopen. Dit betekent dat de onderbrekingsuitkeringen van de RVA en de Vlaamse Aanmoedigingspremie verder worden uitbetaald volgens de oude regelgeving die nog van toepassing is op 1 september 2016. Merk op: de Vlaamse Aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbrekingen in het einde loopbaanstelsel werd evenwel reeds afgeschaft voor alle nieuwe onderbrekingen in dit stelsel die zijn ingegaan vanaf 1 februari 2016.

Nieuwe aanvragen voor loopbaanonderbrekingen in het algemeen stelsel of in het einde loopbaanstelsel die ingaan vanaf 2 september 2016 worden behandeld volgens de nieuwe regels. Dit betekent dat zij dienen te voldoen aan de voorwaarden van het nieuwe stelsel van "zorgkrediet" (zie verder), zo niet is een dergelijke onderbreking niet meer mogelijk. De oude regels en uitkeringen zijn niet meer van toepassing op deze nieuwe aanvragen.

Hou rekening met de termijnen voor het indienen van een aanvraag indien je alsnog een loopbaanonderbreking wenst op te nemen onder de oude regels!

Lopende onderbrekingen:

Loopbaanonderbrekingen in het algemeen stelsel of het einde loopbaanstelsel die ingegaan zijn ten laatste op 1 september 2016 worden zoals gezegd verder behandeld volgens de thans bestaande regels tot op het moment dat deze loopbaanonderbrekingen aflopen.

Let op: een aanvraag tot verlenging van een aflopende loopbaanonderbreking of een aanvraag tot wijziging van een lopende onderbreking (bvb wijziging van voltijds naar deeltijds, wijziging van percentage bij deeltijdse onderbreking, ...) zal worden beschouwd als een nieuwe aanvraag, en zal dus worden behandeld volgens de nieuwe regelgeving!

Daarnaast werd expliciet opgenomen in de regelgeving dat loopbaanonderbrekingen in het einde loopbaanstelsel die ingegaan zijn ten laatste op 1 september 2016 (en die voor het overige aan alle voorwaarden blijven voldoen) zullen blijven doorlopen tot aan de effectieve pensioendatum, ongeacht de concrete einddatum die werd opgenomen in de aanvraag bij de RVA. Dit is van belang voor personen die, door het geleidelijke optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd, uiteindelijk pas op een latere datum effectief op pensioen zullen kunnen gaan dan eerst verwacht bij het indienen van de aanvraag bij de RVA.

Belangrijk: Wanneer u een loopbaanonderbreking heeft genomen die is ingegaan ten laatste op 1 september 2016, en u wil in de loop van de voorziene periode van loopbaanonderbreking een thematisch verlof (bvb ouderschapsverlof) opnemen, dan kan dit enkel door deze loopbaanonderbreking stop te zetten en een aanvraag in te dienen voor het desbetreffende thematisch verlof. Na afloop van dit thematisch verlof kan u niet zomaar opnieuw instappen in het stelsel van loopbaanonderbreking dat u voordien had opgenomen. U moet hiervoor een nieuwe aanvraag indienen dewelke net als andere nieuwe aanvragen vanaf 2 september 2016 zal worden beoordeeld volgens de nieuwe regelgeving. Vaak zal dit er dus op neer komen dat u een loopbaanonderbreking die is ingegaan ten laatste op 2 september 2016 niet kan vervangen door een thematisch verlofstelsel (mocht dit op een gegeven moment nodig blijken) zonder uw rechten op het verderzetten van deze loopbaanonderbreking definitief op te geven.
Er bestaat 1 uitzondering hierop: de lopende loopbaanonderbreking in het eindeloopbaanstelsel na 1 september 2016 kan worden onderbroken om het thematisch verlof voor palliatieve zorgen op te nemen. Na afloop van dit palliatief verlof kan de onderbreking in het eindeloopbaanstelsel worden verder gezet.

2) Wat zijn de modaliteiten van het nieuwe "zorgkrediet"-stelsel?

a) Wat zijn de mogelijke motieven voor het nemen van een onderbreking?

In het nieuwe zorgkrediet-stelsel kan men enkel een onderbreking nemen als men kan aantonen dat men voldoet aan de voorwaarden van minstens één van de in de regelgeving voorziene mogelijke motieven. Deze mogelijke motieven zijn:

  • zorg voor een eigen kind tot wanneer dit de leeftijd van 13 jaar bereikt (Merk op: deze wijziging werd bekomen in het sociaal overleg met de vakbonden. Concreet betekent deze bepaling dat een periode van zorgkrediet die steunt op dit motief eindigt op de dag dat het kind 13 jaar wordt. Dit is ruimer dan de regeling die geldt bij het ouderschapsverlof, waar de periode van ouderschapsverlof ten laatste dient in te gaan voor het kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt.) (**)
  • verlenen van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad (***)
  • verlenen van palliatieve verzorging (***)
  • zorg dragen voor een eigen gehandicapt kind (zonder beperking in leeftijd) (**)
  • volgen van een opleiding die minimaal 120 contacturen of negen studiepunten op jaarbasis omvat (**)

(**): het formeel nog te nemen Besluit van de Vlaamse Regering rond het zorgkrediet in de onderwijssector bepaalt dat de aanvraagprocedure tegenover de werkgever voor het nemen van een periode van zorgkrediet met een van deze motieven nog dient te worden vastgelegd in een eigen reglement van de instelling. Het gaat hier dan in het bijzonder over afspraken rond bvb hoe lang op voorhand het personeelslid aan de werkgever dient te laten weten dat hij of zij een periode van zorgkrediet met een van deze motieven zal opnemen. Vooraleer dit reglement van kracht kan worden dient daarover eerst een akkoord te worden afgesloten met de vakbonden in (i.c.) het Personeelsonderhandelingscomité van de UGent.

(***): het formeel nog te nemen Besluit van de Vlaamse Regering rond het zorgkrediet in de onderwijssector bepaalt dat een periode van zorgkrediet met een van deze motieven ingaat op de eerste dag van de week die volgt op de week waarin het personeelslid heeft meegedeeld aan (i.c.) het universiteitsbestuur dat hij of zij een periode van zorgkrediet met een van deze motieven zal opnemen. Mits akkoord van het bestuur kan deze periode van zorgkrediet ook reeds op een vroeger tijdstip ingaan.

Merk op: het volgen van een opleiding zoals hierboven vermeld wordt voorlopig erkend als een motief in het zorgkrediet-stelsel in afwachting van een verdere hervorming van de mogelijkheden tot educatief verlof.

b) Wat is de duur van de onderbrekingen?

Men kan een onderbreking aanvragen met al dan niet opeenvolgende periodes van minimaal 3 en maximaal 12 maanden en dit voor een totaal van

  • maximum 18 maanden volledige onderbreking,
  • OF 36 maanden onderbreking tot de helft,
  • OF 90 maanden onderbreking van een voltijdse tewerkstelling met 1/5.

Verder gelden volgende regels:

  • Indien er doorheen de loopbaan meerdere voltijdse en deeltijdse periodes worden opgenomen, wordt voor de berekening van de maximumperiode één maand voltijdse onderbreking gelijkgesteld met 2 maanden onderbreking tot de helft en met 5 maanden onderbreking met 1/5.
  • Voor wat betreft het opnemen van een onderbreking voor het verlenen van palliatieve zorgen is er een afwijkende minimum- en maximumduur van de in één keer aan te vragen periode. In dit geval geldt dat er minimaal 1 maand en maximaal 3 maanden wordt aangevraagd.
  • Ook als er door de combinatie van meerdere voltijdse en deeltijdse onderbrekingen doorheen de loopbaan een nog op te nemen periode aan zorgkrediet overblijft van minder dan 3 maanden, wordt de minimum aan te vragen periode gewijzigd naar 1 maand in plaats van 3 maanden.
  • Indien een lopende periode van zorgkrediet vervroegd wordt stopgezet door een beslissing van het bevoegde departement van de Vlaamse Overheid of op vraag van het betrokken personeelslid zelf, dan wordt voor de berekening van het aantal reeds opgenomen maanden aan zorgkrediet steeds afgerond naar de hogere maandeenheid. Concreet: indien u 4 maanden zorgkrediet heeft aangevraagd en toegekend gekregen, en deze wordt vervroegd stopgezet na 2 maanden en 1 dag, dan worden er uiteindelijk in totaal 3 maanden aangerekend op het saldo aan zorgkrediet dat u nog kan opnemen.
  • Enkel periodes vanaf 2 september 2016 komen in aanmerking voor het berekenen van de maximumduur van de periodes in het zorgkrediet-stelsel. Dit betekent dat vroeger opgenomen onderbrekingen in andere verlofstelsels dus niet in mindering worden gebracht van de maximum op te nemen periode in het zorgkrediet-stelsel. Hierbij werd bevestigd dat ook loopbaanonderbrekingen die zijn ingegaan ten laatste op 1 september 2016 en die verder lopen na die datum, in hun geheel niet in aanmerking zullen worden genomen voor het berekenen van de maximumduur van de periodes in het zorgkrediet-stelsel. Na afloop van deze periode van loopbaanonderbreking beschikt u dus nog steeds over de volledige hierboven vermelde maximumperiodes aan zorgkrediet die u kan opnemen indien u aan de desbetreffende voorwaarden voldoet.
    Let wel op: de federale regels rond pensioen en andere aspecten van de sociale zekerheid blijven ongewijzigd van toepassing! Indien dus bvb het maximum aan gelijk te stellen periodes voor het pensioen werd bereikt, dan zullen verdere periodes van onderbreking, bvb in het kader van het zorgkrediet, desgevallend wel kunnen worden opgenomen maar niet meer in aanmerking komen voor deze gelijkstelling voor het pensioen.

c) Welke uitkering wordt er toegekend?

De (geïndexeerde) onderbrekingsuitkeringen die worden toegekend in het kader van het zorgkrediet bedragen:

  • 527 euro bruto per maand voor wie een voltijdse tewerkstelling volledig onderbreekt (verhoudingsgewijze verminderd voor wie een deeltijdse tewerkstelling onderbreekt)
  • 275 euro bruto per maand voor wie een voltijdse tewerkstelling onderbreekt tot de helft (verhoudingsgewijze verminderd voor wie een deeltijdse tewerkstelling onderbreekt tot de helft van een voltijdse arbeidsregeling)
  • 131 euro bruto per maand voor wie een voltijdse tewerkstelling onderbreekt met 1/5 (niet mogelijk voor personen met een deeltijdse tewerkstelling)

In afwijking hierop worden de bedragen van de onderbrekingsuitkering voor alleenstaande ouders als volgt vastgelegd:

  • 527 euro bruto per maand voor wie een voltijdse tewerkstelling volledig onderbreekt (verhoudingsgewijze verminderd voor wie een deeltijdse tewerkstelling onderbreekt)
  • 330 euro bruto per maand voor wie een voltijdse tewerkstelling onderbreekt tot de helft (verhoudingsgewijze verminderd voor wie een deeltijdse tewerkstelling onderbreekt tot de helft van een voltijdse arbeidsregeling)
  • 200 euro bruto per maand voor wie een voltijdse tewerkstelling onderbreekt met 1/5 (niet mogelijk voor personen met een deeltijdse tewerkstelling)

Indien in de praktijk een onvolledige maand wordt opgenomen, worden de bedragen van de hierboven vermelde onderbrekingsuitkeringen verrekend in verhouding tot het aantal opgenomen dagen. Concreet wordt hierbij het aantal opgenomen dagen gedeeld door 30,4 waarna deze breuk wordt toegepast op het maandbedrag.

De onderbrekingsuitkeringen worden maandelijks uitbetaald.

d) Andere modaliteiten

Er worden nog een aantal andere modaliteiten opgenomen in de regelgeving, waaronder:

  • Er gelden specifieke cumulatieregels, bvb rond het uitoefenen van bijkomende zelfstandige activiteiten of bijkomende activiteiten als loontrekkende.
  • Aanvragen voor een onderbrekingsuitkering in het kader van het zorgkrediet moeten worden ingediend bij het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie, dat oordeelt over het recht op deze uitkeringen. Dit kan ten vroegste 6 maanden voor de gewenste aanvangsdatum, en ten laatste 2 maanden na de effectieve aanvangsdatum. Specifieke aanvraagformulieren hiervoor werden online ter beschikking gesteld op de website van het departement. Specifieke bewijsstukken en attesten zullen bij de aanvraag moeten worden gevoegd al naar gelang het motief.
  • Onrechtmatig verkregen uitkeringen zullen worden teruggevorderd.

Vragen?

Heb je specifieke vragen over jouw situatie, neem dan contact op met ons via ACOD@UGent.be.