Op vrijdag 5 april 2024 zijn de drie UGent-vakorganisaties ACOD, ACV en VSOA samen naar de sociale inspectie gestapt om een klacht in te dienen over hoe UGent ernstig in gebreke blijft in het garanderen van het welzijn van haar personeel.
Geen geld, geen personeel, geen prioriteit?
Uitvoering jaaractieplannen? "Tijdsgebrek en andere prioriteiten"
Net als andere werkgevers dient UGent vijfjaarlijks een globaal preventieplan (GPP) op te stellen waarin op basis van de vastgestelde risico’s onder andere de noodzakelijke preventiemaatregelen en prioritair te ondernemen acties in het kader van preventie, bescherming en welzijn op het werk. Het huidige GPP loopt over de periode 2023-2027. Elk jaar wordt op basis van dit GPP en rekening houdend met de actuele situatie een jaaractieplan (JAP) opgesteld dat concreet maakt wat de prioritair doelstellingen zijn voor het volgende jaar, en vastlegt wat hiervoor de beschikbare middelen en methoden zijn, en door wie de voorgenomen acties moeten worden uitgevoerd. Achteraf worden deze jaaractieplannen ook telkens geëvalueerd.
Uit de evaluatie van het jaaractieplan voor 2023 blijkt dat heel veel van de voorziene actiepunten in de feiten niet werden uitgevoerd. Bij vele van die punten staat als toelichting vermeld dat dit is “wegens tijdsgebrek en andere prioriteiten”. Ook werden blijkbaar een aantal punten on hold gezet door het bestuur tot er duidelijkheid is over de hervorming die ditzelfde bestuur vorig jaar halsoverkop - zonder visie, voorbereiding of plan van aanpak - heeft gelanceerd.
Geplande aanwervingen van preventie-adviseurs en arbeidsartsen voor onbepaalde tijd on hold gezet
Diezelfde besparings- en hervormingsoefening was voor het bestuur ook het excuus om 2 vacatures van preventieadviseur en 1 vacature van arbeidsarts die oorspronkelijk voorzien waren, in de feiten gewoonweg niet in te vullen. Dat terwijl het huidige aantal preventieadviseurs aan UGent – met minder dan 8 VTE – nauwelijks meer dan de helft bedraagt van de 14 VTE die volgens UGent zelf (op basis van berekeningen van eind 2019) noodzakelijk zouden zijn aan een instelling van deze omvang en complexiteit.
En met minder dan 6 VTE op het departement medisch toezicht (onder wie minder dan 3 VTE arbeidsartsen) is het al een hele uitdaging om alle medische onderzoeken binnen een redelijke termijn ingepland te krijgen, laat staan alle andere taken en opdrachten daarnaast (zie o.a. pagina 7, voorlaatste paragraaf, van dit verslag).
Hoe cynisch is het dan niet als het bestuur begin november 2023 in haar eerste voorstel van jaaractieplan 2024 aangeeft dat het opnemen van een actiepunt rond Moederschapsbescherming zal gebeuren “onder voorbehoud aanwerving arbeidsarts” (zie pagina 17, Nr. 42 van het document in bijlage onderaan dit artikel). Diezelfde geplande aanwerving van een extra arbeidsarts die hierboven al werd vermeld, en die al meer dan een jaar door het bestuur wordt geblokkeerd?
Hoe ongeloofwaardig is het ook niet dat ditzelfde bestuur te kennen geeft dat de universiteit het gerust met 1 op 6 collega’s uit de centrale administratie minder kan doen, als we nu al door tijdsgebrek er niet in slagen om alle actiepunten rond welzijn binnen de voorziene termijnen uit te voeren? Vele van de punten dienen immers mee te worden uitgevoerd door collega’s van bijvoorbeeld DGFB of DPO, ofwel rechtstreeks, ofwel als ondersteuning bij de uitvoering door de faculteiten.
ACOD en de andere vakorganisaties gaan niet akkoord met deze werkwijze
Naar aanleiding van het voorstel van het bestuur voor de inhoud van het jaaractieplan 2024 gaf ACOD samen met de andere vakorganisaties aan dat deze werkwijze onaanvaardbaar is. Het voorstel kreeg unaniem een negatief advies.
Het bestuur stelt jaaractieplannen voor waarvan zij zich voldoende bewust is dat deze met de bestaande bezetting en middelen niet uitvoerbaar zijn. Tegelijk weigert men om de nodige personeelsbezetting en middelen te voorzien om sneller vooruitgang te boeken op de verschillende openstaande actiepunten, waarvan sommige ondertussen al heel wat jaren aanslepen.
Het argument dat er moet bespaard worden en dat er daarom geen extra middelen en mensen kunnen worden ingezet, is een drogreden
Enerzijds is er slechts sprake van een selectieve wervingsstop binnen de centrale administratie. Uit de aanwervingen die wel werden voorzien in het personeelsbeleidsplan 2024 blijkt evenwel dat de voornoemde functies geen prioriteit zijn voor het bestuur. Ook niet na de toegekende 6 miljoen euro extra middelen per jaar die UGent ondertussen ontving van de overheid.
Daarnaast is ondertussen vastgesteld dat er serieuze vraagtekens moeten worden geplaatst bij de meerjarenbegroting die voorspelt dat UGent 30 miljoen euro zou moeten besparen tegen 2028: uit de jaarrekening over 2023 is gebleken dat deze meer dan 75 miljoen euro (!) in positieve zin afwijkt ten opzichte van de vooraf opgestelde begroting voor datzelfde jaar. Meer hierover kan je terugvinden in dit artikel.
Hoe staat het met het welzijn aan onze universiteit?
Wat zegt UGent zelf
57,8% van de deelnemers gaf aan één of meerdere gedragingen, die als grensoverschrijdend ervaren worden, zelf te hebben meegemaakt. 72% van de respondenten gaf aan getuige geweest te zijn van één of meerdere vormen van grensoverschrijdend gedrag.
De meest voorkomende burn-outsignalen zijn gevoelens van uitputting en mentale afstand ten opzichte van het werk (aangeduid door 16% van de deelnemers). Op stress scoort de UGent minder goed dan de externe referentiegroep. Vooral slaapproblemen en lichamelijke klachten worden aangegeven als mogelijk stressgerelateerd (door 25% van de deelnemers).
Dit zijn citaten uit de communicatie die UGent zelf heeft verspreid over de resultaten van de universiteitsbrede welzijnsbevraging die in 2023 heeft plaatsgevonden.
Geen al te fraai beeld, zeker als je weet dat deze zelfde problemen 5 en zelfs 10 jaar geleden ook al duidelijk naar voor kwamen uit de welzijnsbevragingen die toen werden georganiseerd. “Wederzijds respect” en “Stresspreventie” waren uitschieters in 2013, en leidden tot het opstellen van een specifiek actieplan. 10 jaar aan actieplannen later blijven stress, burn out en grensoverschrijdend gedrag echter een ernstig pijnpunt. Dit bleek ook uit o.a. de dossiers rond grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik aan UGent die de voorbije jaren de media haalden, evenals het rapport met de resultaten van de rondtafelgesprekken met jonge onderzoekers dat een jaar geleden werd opgesteld.
Het statement in de aanhef van de UGent-communicatie, getuigt dan ook allerminst van een besef van de ernst van de situatie:
Over het algemeen zijn de resultaten positief. Een aantal thema’s zoals stress, burn-out en grensoverschrijdend gedrag komen in de bevraging naar boven als thema’s waar we blijvend aandacht aan moeten besteden, maar een aantal aspecten worden in deze bevraging positiever beoordeeld dan in de bevraging van vijf jaar geleden.
Effectieve aanpak van problemen blijft uit
Belangrijker dan deze communicatie die uit een ivoren toren lijkt te komen, is het uitblijven van een effectieve aanpak van de problemen.
We zijn nu opnieuw een jaar verder na het rapport van de rondetafelgesprekken met jonge onderzoekers. Op verschillende overlegmomenten werden nogmaals de vaak al lang gekende oplossingen voorgesteld aan het bestuur om concrete stappen vooruit te zetten. Maar tot op heden is er bijvoorbeeld nog steeds geen bescherming voor onderzoekers die wantoestanden en machtsmisbruik aankaarten. Zij staan nog altijd bloot aan het reële risico dat hun leidinggevende of promotor bestaande procedures (bvb over de voortgang van het doctoraatsonderzoek) misbruikt als represaille voor het durven aanklagen van dit wangedrag.
Ook andere dossiers worden niet of verkeerd aangepakt:
-
Er is geen duidelijkheid over de hervorming van de centrale administratie, met veel ongerustheid tot gevolg, en een zware impact op het welzijn van alle betrokken collega’s
-
Het invoeren van een recht op deconnectie zit al jarenlang geblokkeerd bij het bestuur
-
Het bestuur weigert om objectieve metingen van de werkdruk te laten uitvoeren
-
...
Voor de vakorganisaties en voor de talloze collega’s die het slachtoffer zijn van deze omstandigheden is het meer dan genoeg geweest: het wordt hoog tijd dat er een extern en onafhankelijk onderzoek gebeurt naar de manier waarop het huidige bestuur omgaat met het welzijn aan UGent. Als vakbonden hebben wij de stap gezet naar de sociale inspectie om hun hulp te vragen hierbij.