Op 1 oktober 2013 komen de academiserende hogeschoolopleidingen van HoGent, HoWest en Artevelde over naar de UGent. De personeelsleden (zowel lesgevers als administratief en technisch personeel) verbonden aan deze opleidingen komen mee over, en worden personeelslid aan de UGent.
Een aantal van deze personeelsleden zullen fysiek worden overgeplaatst naar een centrale dienst of faculteit van de UGent. Aangezien de meeste lessen van deze opleidingen nog steeds zullen worden gedoceerd op dezelfde (hogeschool-)campussen als nu het geval is, zal echter ook een aantal personeelsleden daar ter plaatse blijven. Dit is vooral het geval met de personeelsleden die zullen overkomen van de Hogeschool West-Vlaanderen, van wie de campussen veel verder verwijderd liggen van de UGent dan de campussen van de Hogeschool Gent of de Arteveldehogeschool.
Wie komt over?
De opleidingen behorend tot de volgende studiegebieden worden op 1 oktober 2013 overgedragen van de hogescholen naar de UGent: Architectuur, Gezondheidszorg, Industriële wetenschappen en technologie, Biotechniek, Productontwikkeling, Toegepaste taalkunde, en Handelswetenschappen en bedrijfskunde. Alle personeelsleden (zowel lesgevers als leden van het administratief en technisch personeel) die rechtstreeks verbonden zijn aan deze opleidingen komen mee over naar de UGent.
Doordat een groot aantal studenten samen met deze opleidingen zal verhuizen van de hogescholen naar de UGent, zal ook een deel van het personeel van de ondersteunende centrale diensten van de hogescholen "overtollig" worden binnen de hogeschool. Deze personeelsleden werken over het algemeen voor de gehele instelling, en niet specifiek voor een (al dan niet overkomende) opleiding. Er kan dus niet zomaar worden bepaald wie van deze personeelsleden zeker mee moet overkomen naar de UGent en wie niet, zoals dat wel het geval is voor de personeelsleden die rechtstreeks aan een opleiding verbonden zijn. Wel legt de overheid de verplichting op aan de universiteit en aan de hogescholen om onderling een akkoord uit te werken over wat er met deze personeelsleden dient te gebeuren.
Dit akkoord kan eruit bestaan dat de UGent een voldoende groot aantal van deze personeelsleden overneemt, of dat zij de hogeschool een financiële compensatie geeft voor de "overtollige" personeelsleden die bij de hogeschool blijven, of dat zij beide gedeeltelijk combineert (m.a.w. een bepaald aantal personeelsleden overneemt én een bepaald bedrag betaalt). Als de universiteit en de hogescholen niet tot een akkoord kunnen komen, legt de overheid op dat de universiteit gedurende een vastgelegde periode een bepaald bedrag (dat jaarlijks kleiner wordt) dient te betalen aan de hogeschool.
Het integratiekader
Om historische redenen zijn de vastbenoemde personeelsleden van de hogescholen onderworpen aan een ander personeelsstatuut dan de personeelsleden van de UGent. Binnen het hogeschoolstatuut hebben zij bepaalde sociale rechten opgebouwd en vallen zij onder bepaalde regelingen die soms voordeliger en soms nadeliger zijn dan de regelingen voor het UGent-personeel. Aangezien de integratie door de overheid wordt opgelegd en de betrokken personeelsleden verplicht mee moeten overgaan naar de UGent als nieuwe werkgever, werd door de decreetgever voorzien dat deze overkomende personeelsleden kunnen kiezen of zij hun rechten en plichten uit het hogeschoolstatuut wensen te behouden, of dat zij volledig wensen in te stappen in het statuut van de UGent.
De overkomende vastbenoemde personeelsleden die willen overstappen naar het UGent-statuut, zullen dit meteen kunnen doen op 1 oktober 2013. De overkomende vastbenoemde personeelsleden die hun rechten en plichten uit het hogeschoolstatuut wensen te behouden, zullen op 1 oktober 2013 ook de UGent als nieuwe werkgever krijgen, maar zij zullen terechtkomen in een afzonderlijk personeelskader, het zogenaamde "integratiekader". Net als voor de haar andere personeelsleden zal de UGent ook voor de personeelsleden in dit integratiekader kunnen bepalen welke regels zij dienen te volgen en aan welke voorwaarden zij dienen te voldoen, bijvoorbeeld om te kunnen bevorderen of muteren. Zolang de UGent echter geen specifiek reglement opstelt voor de personeelsleden in dit integratiekader, blijven de reglementen die zijn opgesteld door hun hogeschool op hen van toepassing. Verder dient de UGent bij de opstelling van dit specifieke reglement rekening te houden met de overkoepelende regels van het personeelsstatuut voor de hogescholen, zoals deze zijn vastgelegd in het hogescholendecreet. Zoals reeds vermeld wijken deze enigszins af van de overkoepelende regels van het personeelsstatuut voor de universiteiten, die zijn vastgelegd in het universiteitendecreet.
De personeelsleden in het integratiekader kunnen ervoor kiezen om gedurende de rest van hun loopbaan in dit integratiekader te blijven. Zij kunnen echter ook beslissen, mits akkoord van de UGent, om over te stappen naar het gewone personeelskader en het personeelsstatuut van de UGent. Vanaf dan zijn zij volledig onderworpen aan dezelfde regels als de andere personeelsleden van de UGent. Welke keuze zal worden gemaakt, zal in grote mate afhangen van de individuele loopbaan en de toekomstperspectieven van elk van de betrokken personeelsleden.
In de aanloop naar de integratie op 1 oktober 2013 zal onderhandeld worden tussen de vakbonden en de universitaire overheid over de specifieke reglementering die zal worden opgemaakt voor de personeelsleden in het integratiekader, en over de voorwaarden voor een overstap naar het UGent-kader.
Wij houden jullie op de hoogte van de verdere evoluties rond de integratie.