Programma ACOD voor rectorverkiezingen 2021: antwoord van de kandidaten - Thema: Structuur en organisatie van de Universiteit Gent

Submitted by ACOD UGent on wo, 04/21/2021 - 11:14

Een goede week geleden publiceerden we vanuit ACOD ons eigen programma naar aanleiding van de rectorverkiezingen. We lieten daarbij weten dat we de komende weken de verschillende onderdelen van dat programma één voor één zouden publiceren, om het debat te stimuleren.

We maakten ons programma intussen ook over aan het enige kandidatenduo: rector Rik Van de Walle en vicerector Mieke Van Herreweghe. Zij stuurden ons intussen ook een reactie toe, die je integraal kan terugvinden in bijlage bij dit artikel.

Structuur en organisatie van de Universiteit Gent

Het eerste deel van ons programma behandelt de manier waarop de UGent is georganiseerd, en welke verbeteringen daar kunnen worden aangebracht.

Er waren drie subthema’s in dit onderdeel. Bij één daarvan verkoos het kandidatenduo om het antwoord te bundelen met de aspecten rond ATP-beleid die we in een volgend bericht zullen behandelen. We bespreken hieronder dus de twee overige thema’s, waarbij we telkens kort het antwoord van het kandidatenduo parafraseren, en ook onze reactie daarop.

Rik Van de Walle en Mieke Van Herreweghe vroegen ons om ook hun volledige antwoord te publiceren, zodat kiezers zich een totaalbeeld kunnen vormen van de standpunten, die soms nuance en detail vragen. Wij gaan graag op die vraag in: de volledige tekst van hun antwoord vindt u dus in bijlage onderaan dit artikel, of rechtstreeks via deze link.

Behoud van het participatief model

ACOD vraagt de kandidaten om het participatief model verder te verbeteren en uit te breiden. In geen geval mag het huidige participatief model afgebouwd worden, ook niet in de hoogste bestuursorganen. Er kan geen sprake zijn van het invoeren van betaalde mandaten voor bestuurders, en we moeten ons verzetten tegen een tendens van politieke inmenging in overheidsinstellingen.

In het antwoord van Rik en Mieke lezen we dat zij het huidige participatief model willen behouden: “De Raad van Bestuur, het Bestuurscollege en het rectoraal team zijn dus partners, die elk vanuit hun eigen specifieke rol de belangen van de universiteit dienen. Het is evident dat de Raad van Bestuur participatief moet samengesteld blijven en dat dus alle geledingen er een plaats in hebben.”

Tegelijk geeft het kandidatenduo ook aan dat het “participatief model verre van perfect is”. Eén van de verbeterpunten die zij zien is de doorstroom van informatie en nog betere participatie. Eén van de ideeën die zij op dat vlak suggereren is: “het organiseren van deels on campus deels online briefings of overlegmomenten”, en zij geven aan dat de verschillende geledingen ATP, AAP, Studenten en ZAP op dat vlak reeds succesvolle initiatieven namen.

Op de vraag rond politieke inmenging stelt het duo dat “de politieke ongebondenheid van de UGent belangrijk is”, maar dat de UGent uiteraard opereert binnen een zekere politieke context, en zich daar van bewust moet zijn.

ACOD UGent is blij dat het kandidatenduo het participatief model blijft verdedigen, ook wij zullen dit blijven doen. We zullen ons blijvend verzetten tegen tendensen die de omvang, impact of het participatief karakter van de Raad van bestuur of andere organen willen aantasten. Tegelijk gaan we akkoord met de opmerking dat we niet mogen blind zijn voor de tekortkomingen van het huidige model, en dat we moeten zoeken naar manieren om participatie, inspraak en informatiedeling verder op punt te zetten.

Respect voor sociaal overleg

ACOD vraagt de kandidaten om aan te geven het sociaal overleg ten volle te willen respecteren, te stimuleren en te ondersteunen. De kandidaten engageren zich ook om hier zelf een voortrekkersrol in te spelen, en procedures en reglementen die dit sociaal overleg organiseren te versterken. Daarnaast vraagt ACOD dat de kandidaten zich engageren op zoek te gaan naar een werkwijze om ook bij moeilijkere dossiers een sociaal akkoord te vinden.

Rik en Mieke stellen dat ze de werkwijze rond het sociaal overleg die ze de voorbije jaren hebben opgestart verder willen zetten. Dat is een werkwijze waarbij de rector persoonlijk het voorzitterschap van het hoogste onderhandelingscomité opneemt (het POC), en de vicerector hetzelfde doet met het Subcomité Preventie en Bescherming.

Daarnaast benadrukken ze het belang van “respectvol sociaal overleg”, en dat dit gebeurt “binnen de contouren die zijn vastgelegd door de Raad van Bestuur via de goedkeuring van een zogenaamd onderhandelingsmandaat”. Zij stellen dat de huidige werking van het sociaal overleg transparanter en efficiënter is geworden.

ACOD UGent meent inderdaad dat er de voorbije 4 jaar zeker stappen vooruit zijn gezet in het sociaal overleg. De rol die rector en vicerector daarbij spelen als voorzitter van onderhandelingsorganen is daarbij zeker een belangrijke factor, evenals de grondige inhoudelijke voorbereiding van de belangrijke onderhandelingspunten in het informeel overleg met de vakorganisaties.

Toch zijn er in de voorbije periode een paar problemen geweest, waarbij het sociaal overleg omzeild werd door punten die moeilijker lagen uit dat overleg te tillen. De vakorganisaties hebben dit probleem ook duidelijk gesteld, en sindsdien zijn er inderdaad verbeteringen merkbaar. We denken daarom dat het toch belangrijk is om in de komende periode te werken aan een procedure om te maken dat ook rond moeilijkere punten een sociaal akkoord kan gevonden worden.