ACOD reageert op discussie rond tweets rector over Tom Van Grieken, en vraagt de inspanningen om tot een diverse universiteit te komen te versterken

Submitted by ACOD UGent on wo, 06/02/2021 - 17:44

De voorbije dagen was er zowel aan onze universiteit als in de media heel wat ophef rond een twitterdraadje dat onze rector verspreidde naar aanleiding van het optreden van Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken in De Afspraak. Van Grieken was uitgenodigd naar aanleiding van de sympathie die heel wat van zijn leden én mandatarissen lijken te hebben voor de extreemrechtse terrorist Jürgen Conings.

Van Grieken liet zich in dat interview van zijn meest salonfähige kant zien, ontkende elke band met extreemrechtse geweldenaars zoals Jürgen Conings, en uitte zich als het “ventieltje van de opgekropte frustratie in de maatschappij”. Dit optreden zette onze rector er toe aan een twitterdraadje op te starten. Daarin noemde hij de mening van Tom Van Grieken een mening die mag en moet vertolkt kunnen worden, maar riep hij de Vlaams Belang-voorzitter op om duidelijker standpunt in te nemen tegen geweld.

Als vakbond nemen wij de verdediging op van alle personeelsleden van onze universiteit, ongeacht hun afkomst, seksuele voorkeur of identiteit of levensbeschouwelijke overtuiging. Wij trekken daarom een duidelijke grens bij seksisme, racisme en LGTBQI-fobie: deze en andere uitingen van discriminatie hebben geen plaats aan onze universiteit, en bij uitbreiding in onze maatschappij.

We mogen ons daarbij niet vergissen over aan welke kant Tom Van Grieken en zijn partij staan: zij zijn de spreekbuis voor racisme, seksisme en LGTBQI-fobie in de politieke arena. Er is een nauwe betrokkenheid tussen het Vlaams Belang en haar mandatarissen enerzijds, en tal van extreemrechtse groupuscules die de “daad bij het woord” voeren anderzijds.

De opgang van een partij als Vlaams Belang geeft extreemrechtse individuen het zelfvertrouwen om hun ideeën in de praktijk te brengen: ze gaan sneller over tot racistische opmerkingen, de ongelijkheid tussen man en vrouw wordt genormaliseerd, en LGTBQI-personen zijn het slachtoffer van geweld. Wij menen dan ook dat onze rector zich vergist indien hij meent dat Tom Van Grieken een bondgenoot kan zijn om dat geweld een halt toe te roepen. In tegendeel: Van Grieken is vaak de stokebrand die zorgt voor de vergoelijking van dat geweld. Uiteraard is Van Grieken zo slim om niet openlijk op te roepen tot geweld, of om terroristen zoals Conings te steunen.

Uiteraard zal hij zich in de studio’s van de Afspraak van zijn meest beschaafde kant laten zien. Maar het is een illusie om dat beeld gelijk te stellen aan de ware aard van het Vlaams Belang of van Tom Van Grieken. Hen een belangrijke positie in het debat geven zorgt alleen maar voor de normalisering van discriminatie en geweld. Trouwens: het bloed kruipt waar het niet gaan kan, blijkbaar: nauwelijks enkele dagen na zijn optreden in De Afspraak maakte Van Grieken overduidelijk dat hij nog steeds een volbloed racist is: in een interview met De Tijd pleitte hij voor een Vlaanderen dat dominant “blank en christelijk” moet zijn.

Dit gezegd zijnde, willen wij dit debat vooral aangrijpen om naar voren te brengen hoe wij concreet de strijd tegen discriminatie zien aan de UGent. In de eerste plaats vragen we dat de universiteit duidelijker en sneller optreedt tegen daden van seksisme, racisme en LGTBQI-fobie.

Voor ons is het duidelijk dat studentenorganisaties zoals het KVHV of het NSV, die keer op keer gebruikmaken van de faciliteiten die ze van de universiteit krijgen om haat en discriminatie te stimuleren, geen plaats hebben aan onze instelling. De reactie van het universiteitsbestuur tegen recente incidenten was vaak te zwak en te voorwaardelijk. Daardoor krijgen bepaalde individuen het zelfvertrouwen om sneller over te gaan tot het maken van seksistische of racistische opmerkingen of haatdragend taalgebruik tegen studenten en personeelsleden die LGTBQI zijn. Dit moet stoppen.

Ten tweede menen wij dat de universiteit verder werk moet maken van een actief diversiteitsbeleid om de vormen van discriminatie die binnen onze instelling in de praktijk bestaan aan te pakken. Onze studentenpopulatie en ons personeelsbestand zijn nog steeds geen volledige afspiegeling van de diversiteit in de maatschappij.

Mensen uit een zwakkere sociaaleconomische achtergrond, met een migratie-achtergrond of een beperking komen nog steeds minder vlot naar de universiteit, en stromen ook minder makkelijk door. Er moet meer ingezet worden op het versterken van de instroom van kansengroepen binnen onze studentenpopulatie, en er moet specifieke ondersteuning worden uitgewerkt om te maken dat iemands achtergrond geen negatieve impact heeft op de slaagkansen aan de universiteit.

Binnen het personeelsbeleid moet doelbewust gewerkt worden aan het aantrekken van meer diversiteit. Er moet ook voor gezorgd worden dat die diversiteit ook in alle gradaties binnen het personeelsbestand wordt doorgevoerd. Niet alleen betekent dit dat de loon -en arbeidsvoorwaarden van jobs waar vrouwen en mensen van kleur oververtegenwoordigd zijn, de schoonmaak of de studentenresto’s, verder moeten verbeterd worden, we moeten ook zorgen dat ook in de hoogste functies van onze universiteit vrouwen en kansengroepen even sterk vertegenwoordigd zijn als in de rest van de maatschappij.