ACOD verwelkomt doorstart in de onderhandelingen rond het aanvullend pensioenplan

Submitted by ACOD UGent on vr, 07/03/2015 - 16:41

De onderhandelingen rond het aanvullend pensioenplan tussen de UGent en de vakorganisaties verlopen al een tijdje zeer moeilijk. ACOD had al enige tijd het gevoel dat er weinig marge was om te onderhandelen en dat de manier van werken weinig kans gaf om tot een evenwichtig akkoord te komen. Een ultieme persoonlijke tussenkomst van de rector gisterenavond heeft echter gezorgd voor een doorstart.

Het is voor ACOD essentieel dat de onderhandelingen met open vizier kunnen gebeuren op basis van een onderhandelingsmandaat dat voldoende marge laat. ACOD verwelkomt de beslissing om de onderhandelingen te laten begeleiden door expertenwerkgroepen, die samengesteld zijn op basis van ervaring en expertise, en niet op basis van politieke of organisatorische evenwichten.

De evoluties van de afgelopen dagen laten ons toe een vernieuwd vertrouwen in de rector te bevestigen. We zijn blij dat de raad van bestuur deze vernieuwde manier van onderhandelen expliciet heeft onderschreven.

Het universiteitsbestuur heeft ons deze week een document voorgelegd met de eerste principes voor een onderhandelingsmandaat.. Dit document werd zonet ook rondgestuurd aan alle personeelsleden. ACOD is bereid om in te stappen in deze onderhandelingen. Wij geven hieronder onze visie op enkele van de voorstellen die in het document zijn opgenomen.

Het is evident dat ACOD bij elk eventueel toekomstig deelakkoord een evaluatie zal maken van de stand van de onderhandelingen en de afgesproken tijdslijnen over al deze punten. Hierbij zullen wij steeds het totale plaatje bekijken vooraleer we ons uitspreken over deelaspecten.

Aanvullend pensioen contractueel ATP

Het document van het bestuur spreekt momenteel enkel over bruto-percentages. In een eventueel uiteindelijk akkoord is het voor ACOD essentieel dat de netto-percentages waarop de personeelsleden recht hebben, vermeld worden.

ACOD is geen voorstander van het principe van het “groeiplan”, waarbij de opbouw van de premie zeer sterk afhankelijk is van de anciënniteit. Hierdoor wordt een groot deel van de opbouw gereserveerd voor personeelsleden met veel jaren dienst, waardoor personeelsleden die minder lang aan de UGent (kunnen) blijven een stuk minder krijgen dan de gemiddelde premie over een volledige loopbaan. ACOD vraag nog steeds om dit effect te temperen en te zorgen voor een betere verdeling, waarbij er meer opbouw is in het begin van de loopbaan. In elk geval kan er slechts sprake zijn van een akkoord wanneer het duidelijk is hoe de opbouw exact zal gebeuren, en welke gemiddelde percentages daarbij zullen verworven worden voor mensen met kortere loopbanen.

Het gebruik van anciënniteit als zwaar doorwegend criterium in de opbouw betekent dat er duidelijkheid zal moeten komen over de periodes die hierbij worden meegeteld en welke gelijkstellingen er gelden. Dit zal uitgeklaard moeten worden in de onderhandelingen. Het spreekt vanzelf dat alle gewerkte periodes aan de UGent hierbij moeten meetellen, ongeacht het statuut.

Onderhandelingskalender

De onderhandelingskalender die wordt voorgesteld, bevat een aantal kwesties die voor ACOD zeer belangrijk zijn. Het spreekt vanzelf dat wij hierover willen onderhandelen. De huidige formulering biedt echter onvoldoende concrete garanties over de richting van de gesprekken. We geven hieronder kort toelichting over de visie van ACOD op deze punten. Enkele van deze punten worden uitgebreider toegelicht in het document dat ACOD voorgelegd heeft tijdens de onderhandelingen, en dat u kan vinden op onze website http://www.acod.ugent.be

Wetenschappelijk personeel 1

Het contract van onbepaalde duur moet, ook voor het WP, de regel worden. Er kan onderhandeld worden over uitzonderingen, maar deze moeten duidelijk gedefinieerd zijn en beperkt in de tijd. Wanneer niet meer voldaan is aan de uitzonderingen, moeten de betrokkenen automatisch een contract van onbepaalde duur krijgen. Daarnaast moet er een duidelijk beleid komen dat bepaalt onder welke voorwaarden een contract van onbepaalde duur kan opgezegd worden.

Er moet een aanvullend pensioen komen voor alle contractuele personeelsleden, dus ook voor het WP, zowel binnen als buiten het eventuele 'onderzoekskader'.

Het spreekt vanzelf dat er overgangsmaatregelen moeten komen voor het huidige WP. Daarbij moet vermeden worden dat medewerkers in aanloop van de nieuwe regeling ontslagen zouden worden.

Een akkoord over de principes rond deze punten zal een absolute voorwaarde zijn voor ACOD om akkoord te gaan met het afsluiten van het bestaande plan voor het WP.

Wetenschappelijk personeel 2

Bij het opstellen van dit beleid zal rekening gehouden moeten worden met het welbevinden van alle betrokken personeelsleden. Het rapport dat ECOOM hierover binnenkort zal publiceren zal hier waardevolle input leveren.

Administratief en Technisch personeel 1

Het gebruik van contracten van bepaalde duur bij het ATP moet vermeden worden. Eventuele uitzonderingen moeten zeer beperkt zijn. Het kan niet de bedoeling zijn dat, zoals in het verleden, de uitzonderingen de regel worden.

De externe werving van nieuwe ATP-leden (ook voor contracten van bepaalde duur of vervangingscontracten) dient te gebeuren via een procedure die overheveling toelaat. Deze werving moet, zoals afgesproken, gebeuren in eigen beheer. De gebruikte selectiecriteria, diplomavereisten en selectieproeven moeten relevant zijn voor de functie.

Middelen voor vervangingscontracten moeten worden gepoold zodat ook aan deze personeelsleden een contract van onbepaalde duur en een langetermijnperspectief kan worden geboden.

De mogelijkheden voor interne mobiliteit moeten worden uitgebouwd. Vorming en begeleiding moeten ervoor zorgen dat dit een realiteit wordt. De interne selectie voor ATP-vacatures geeft ATP-leden meer mogelijkheden om effectief gebruik te kunnen maken van deze interne mobiliteit. Deze mogelijkheden moeten worden uitgebreid zodat alle contractuele ATP-leden kunnen deelnemen.

Andere punten

Daarnaast wil ACOD nog wijzen op onderstaande punten, waarvoor een oplossing gezocht moet worden.

  • Voor alle tijdelijke personeelsleden moeten dezelfde rechten op periodieke graadverhogingen worden voorzien als voor hun vaste collega’s, onder dezelfde voorwaarden m.b.t. het vereiste aantal gunstige evaluaties. De huidige werkwijze waarbij een dergelijke salarisverhoging afhankelijk is van de goodwill of willekeur van de individuele budgethouders is niet verdedigbaar. Voor alle contractuele ATP-leden moet de functieclassificatie worden uitgevoerd, en voor alle WP-leden moet het voorziene loopbaanmodel effectief in de praktijk worden toegepast.
  • Er moet eindelijk een goede oplossing komen voor de contractuele personeelsleden die naar aanleiding van de integratie zijn overgekomen vanuit de hogescholen. Deze personeelsleden moeten dezelfde rechten krijgen als hun collega’s uit het integratiekader, inclusief het recht om over te gaan naar het universitaire kader, als contractueel of, indien mogelijk, als statutair.
  • Een systeem van forfaitaire aanrekening voor elke klasse van contractueel personeel moet voorkomen dat er disincentives ontstaan t.a.v. het respecteren van de rechten van de betrokkenen.
  • Er dient te worden voorzien in een ernstige tegemoetkoming voor het verleden. Hiervoor moet een formule worden uitgewerkt die rekening houdt met de periode gedurende dewelke de betrokken personeelsleden al aan de UGent tewerkgesteld zijn geweest. Het spreekt voor zich dat hier een substantieel bedrag voor moet worden uitgetrokken.