Het nieuwe WP-beleid aan de UGent in vraag en antwoord

Submitted by ACOD UGent on vr, 07/06/2018 - 13:55

In dit artikel geven we meer toelichting over volgende zaken:

Waarom is dit een goed akkoord?

Met dit nieuwe WP-beleid komt een einde aan de onwettige praktijk waarbij WP-leden jarenlang worden tewerkgesteld met een aaneenschakeling van tijdelijke contracten. Iedereen krijgt duidelijkheid over zijn of haar loopbaanperspectieven, en alle WP-leden in groep 3 krijgen een verhoogde werkzekerheid op langere termijn.

Alle WP-leden krijgen een aanvullend pensioen: broodnodig gezien de lage wettelijke pensioenen in België. Dit aanvullend pensioen gaat bovendien retroactief in op 1 januari 2016, dezelfde datum als voor het ATP. Daarnaast zullen ook de loopbanen correct worden toegepast, waardoor WP-leden nu eindelijk kunnen genieten van de automatische loonschaalverhogingen die ze in het verleden niet kregen.

Deze hervorming is ook een plan voor de toekomst: de UGent toont zich met dit akkoord een verantwoordelijke en zorgzame werkgever, en veel stress over toekomstperspectieven voor WP verdwijnt. Er wordt extra ingezet op loopbaanbegeleiding, een beter personeelsbeheer en omkadering, betere en inhoudelijke evaluaties en feedback, en vorming.

Dit akkoord beantwoordt dus aan het principe dat onze vakbond steeds heeft verdedigd: het rechtzetten van de onwettige praktijken uit het verleden met een verbeterd en toekomstgericht loopbaanbeleid. We staan dan ook ten volle achter dit akkoord.

Tegelijk wensen wij van deze gelegenheid gebruik te maken om de personeelsdirecteur Hugo De Vreese en zijn medewerkers te bedanken voor de talrijke inspanningen die zij hebben geleverd om tot dit goede resultaat te komen.

(naar inhoudstafel)

Waarom heeft de UGent een nieuw statuut voor het WP uitgewerkt?

Aan de UGent is al sinds verschillende jaren een discussie aan de gang over de manier waarop de universiteit omgaat met arbeidscontracten van het ATP (Administratief en Technisch Personeel) en het WP (Wetenschappelijk Personeel). Jarenlang kregen veel personeelsleden onterecht korte tijdelijke contracten (contract van bepaalde duur) terwijl ze eigenlijk een contract van onbepaalde duur (vast contract) zouden moeten gekregen hebben. Bovendien gaf de UGent aan deze personeelsleden met tijdelijk contracten geen aanvullend pensioen: ook dat was in veel gevallen onwettig.

In 2015 is er een doorstart geweest van de onderhandelingen om te komen tot een globale oplossing voor deze problematiek. Als vakbond hebben we deze onderhandelingen gebruikt om tegelijk ook de positie van het contractueel WP en ATP te versterken. In juli 2016 ging de Raad van Bestuur van de UGent akkoord met een nieuw ATP-beleid (zie ACOD Informeert van september 2016 over dit thema).

Daarna volgden onderhandelingen rond het statuut van het WP. Onder het vorige bestuur liepen deze zeer moeizaam en traag. Pas onder het nieuwe bestuur, vanaf eind 2017, werd er echt vooruitgang gemaakt. Het voorstel dat geagendeerd werd op de Raad van Bestuur van 6 juli 2018 is het voorstel dat het bestuur uiteindelijk aan de drie vakbonden heeft voorgelegd, en waar de vakbonden unaniem mee zijn akkoord gegaan. De bedoeling is dat het WP-reglement de komende maanden wordt aangepast in lijn met wat er in deze tekst staat.

(naar inhoudstafel)

Wie valt onder dit nieuwe statuut?

Het nieuwe WP-beleid gaat over het contractueel wetenschappelijk personeel: WP met een arbeidscontract. Concreet gaat het over de personeelsleden in de loonschalen “WM” (Wetenschappelijk Medewerker) of “PD” (Postdoctoraal Onderzoeker). Het gaat om een kleine 900 personeelsleden.

Met andere woorden: het AAP (assistenten, doctor-assistenten, praktijkassistenten,…), bursalen (doctoraatsbeurzen), FWO-ers, wetenschappelijke personeelsleden die werken met een contract van VIB, Imec, of andere externe onderzoeksinstellingen vallen niet onder deze regeling.

Wel is er, op expliciete vraag van ACOD, afgesproken dat er voor een aantal van deze groepen een aantal zaken zouden worden gelijkgetrokken met de nieuwe bepalingen uit het WP. Het gaat dan bijvoorbeeld over de evaluaties.

Voor de bursalen hebben we bekomen dat er parallel zal gewerkt worden aan een nieuw reglement waarin onder meer een einde zal gemaakt worden aan de opeenvolging van kortlopende tijdelijke contracten.

(naar inhoudstafel)

Waarom geldt het nieuwe WP-statuut enkel voor het contractueel WP?

De UGent kan, binnen de contouren van de arbeidswetgeving, het grootste deel van de arbeidsvoorwaarden van het contractueel WP zelf invullen. Voor andere statuten is dat veel minder het geval.

Het statuut van het AAP (Assisterende Academisch Personeel) is voor een groot deel geregeld per Vlaams decreet: het is dus de Vlaamse regering die voor een groot deel het statuut van de assistenten aan de Vlaamse universiteiten oplegt. De autonomie van de universiteiten zelf is hierbij relatief beperkt.

Voor de bursalen is de situatie nog ingewikkelder. Er bestaat op dit moment geen rechtspositie of wettelijk statuut voor de bursalen. Dit maakt dat er heel wat onduidelijkheden zijn over de rechten en plichten van deze omvangrijke groep van wetenschappers. ACOD pleit al langer voor een duidelijke rechtspositieregeling voor de bursalen op Vlaams niveau om deze problematiek op te lossen. (zie ook dit artikel)

Daarnaast bestaan er nog tientallen andere statuten waarin wetenschappers aan de UGent zijn tewerkgesteld: FWO’ers, mensen die betaald worden door externe wetenschappelijke instellingen,… Meestal wordt het statuut van deze mensen bepaald door de instelling waarmee ze een contract hebben.

ACOD pleit dan ook al langer voor een eenheidsstatuut voor onderzoekers, waarbij verschillen en discriminaties tussen statuten zoveel mogelijk weggewerkt worden, en waarbij telkens de beste aspecten van de verschillende statuten met elkaar worden gecombineerd. In afwachting daarvan zullen wij, ook aan de UGent, elke gelegenheid gebruiken om het statuut van alle types onderzoekers te verbeteren.

(naar inhoudstafel)

Het nieuwe statuut: waarom zijn er 3 verschillende groepen WP?

Nieuw is dat het WP in de toekomst zal onderverdeeld worden in drie categorieën of groepen. De reden hiervoor is de grote diversiteit die er bestaat binnen het WP: binnen deze groep zitten bvb mensen die werken aan een doctoraat, en daarna de instelling verlaten, maar tegelijk ook bvb labocoördinatoren die met een langdurig perspectief zijn tewerkgesteld op verschillende onderzoeksprojecten. De drie verschillende groepen drukken die diversiteit uit.

  • Groep 1 omvat WP’ers die werken aan een doctoraat. Vaak gaat het om mensen die na het beëindigen van een FWO-aspirantschap of een andere doctoraatsbeurs nog een beperkte tijd als WP worden aangesteld om hun doctoraat af te werken, maar in een beperkt aantal gevallen zou het ook kunnen gaan om mensen die hun hele doctoraat afwerken als WP’er. Zij krijgen de garantie dat ze hun tijd effectief mogen besteden aan hun doctoraat (minstens 90% van hun tijd bij 4-jarige termijn, minstens 50% van hun tijd bij 6-jarige termijn), dat ze begeleiding krijgen, én dat ze het recht hebben om alle cursussen te volgen die ze nodig hebben in het kader van hun doctoraatsopleiding en hun inschrijving bij de Doctoral School. Het principe is dat deze personeelsleden tijdelijk aan de UGent werken: het behalen van het doctoraat is het doel van dit statuut, na een bepaalde vaste termijn eindigt dan ook hun tewerkstelling.
  • Groep 2 zijn postdoctorale onderzoekers die zich voorbereiden op de uitbouw van een zelfstandige, internationale onderzoeksloopbaan. Ze hebben het recht om minstens 70% van hun tijd bezig te zijn met hun eigen onderzoek en het versterken van hun eigen academisch CV. Ook dit statuut is tijdelijk: na maximaal 6 jaar loopt het ten einde.
  • Groep 3 omvat alle andere WP’ers: wetenschappers die werken op onderzoeksprojecten, labomanagers, WP’ers die zich focussen op dienstverlenging,… Zij voeren hun wetenschappelijk werk uit onder supervisie en in opdracht van het ZAP, en ontwikkelen dus zelf geen onafhankelijke onderzoekslijn. In groep 3 zitten zowel wetenschappers met een masterdiploma of met een doctoraat. Afhankelijk van het profiel van de functie kan het gaan om een tewerkstelling in de loonschalen WM of in de loonschalen PD. Bij deze groep is er geen beperking van de tewerkstelling in de tijd. Zij kunnen enkel opgezegd worden in zeer specifieke omstandigheden, en na het volgen van een duidelijke procedure (zie ook hieronder).

(naar inhoudstafel)

Wat voor arbeidscontract krijgen toekomstige WP’ers?

Zo goed als alle WP’ers, ongeacht of ze behoren tot groep 1, 2 of 3, krijgen een contract van onbepaalde duur. Een uitzondering hierop is: WP in groep drie die worden aangeworven op een extern gefinancierd onderzoeksproject dat korter loopt dan 2 jaar, kunnen éénmalig een arbeidscontract krijgen voor de duur van dat project. Indien dit contract verlengd moet worden, wordt het automatisch een contract van onbepaalde duur. We geven twee voorbeelden:

  • Onderzoeker A wordt aangeworven om te werken op een extern gefinancierd onderzoeksproject dat één jaar duurt. Het is de eerste tewerkstelling aan de UGent. Het aanwervende ZAP-lid kan in dit geval éénmalig een contract van bepaalde duur voor één jaar uitschrijven (de totale duur van het project). Een korter contract (bvb. 6 maanden, terwijl het project toch 1 jaar duurt) is niet mogelijk. Indien Onderzoeker A achteraf op een ander project wordt tewerkgesteld aan de UGent, krijgt hij/zij een contract van onbepaalde duur.
  • Onderzoeker B wordt aangeworven om te werken op een extern gefinancierd onderzoeksproject dat vier jaar duurt. Een contract van bepaalde duur is niet mogelijk, de onderzoeker krijgt een contract van onbepaalde duur.

Ook WP’ers in groep 1 & 2 krijgen dus een contract van onbepaalde duur, zelfs indien de maximale duur van hun tewerkstelling beperkt is. Voor deze groepen zal daarom een “beding van maximale duur” worden opgenomen: er wordt van bij het begin duidelijk gemaakt dat het arbeidscontract na een bepaalde periode zal worden opgezegd. Deze periode is:

  • Voor groep 1: maximaal 4 jaar (indien de WP’er minstens 90% van de tijd aan het eigen doctoraat mag werken) of 6 jaar (indien de WP’er minstens 50% van de tijd aan het eigen doctoraat mag werken). Wanneer het gaat om een verlenging na een voorgaande periode, bvb als FWO-aspirant of als doctoraatsbursaal, dan gaat het om maximaal 1 jaar gedurende hetwelk men voltijds aan het doctoraat mag werken.
  • Voor groep 2: maximaal 2 tot 6 jaar, maximaal 1 maal verlengbaar voor zover de totale termijn van 6 jaar niet overschreden wordt. Voor dit maximum van 6 jaar wordt ook rekening gehouden met voorgaande postdoctorale statuten, bvb: als je reeds 3 jaar doctor-assistent bent gewest, kan je nog maximum 3 jaar worden tewerkgesteld in groep 2.

Analoog aan wat ook geldt voor leden van het assisterend academisch personeel zal via een addendum bij het contract een verlenging worden toegekend in geval van zwangerschap, langdurige ziekte of opname van thematische verloven (ouderschapsverlof, …) tijdens de tewerkstellingsperiode.

Na het bereiken van de maximale duur die is voorzien in het arbeidscontract eindigt de tewerkstelling. De UGent berekent hierbij de wettelijke opzegtermijn, zodat deze opzeg op tijd wordt gegeven.

(naar inhoudstafel)

Hoe ziet de nieuwe loopbaan er uit?

WP’ers in groep 1 zullen aangeworven worden in loonschaal WM1, WP’ers in groep 2 in loonschaal PD1. Zij hebben slechts een tijdelijk perspectief aan de UGent, een loopbaan met opeenvolgende loonschalen op langere termijn is voor hen dus niet relevant.

WP’ers in groep 3 krijgen een functionele loopbaan binnen loonschalen WM 1 t/m 4 of PD 1 t/m 4. Dit betekent dat zij worden ingeschaald op basis van hun voorgaande werkervaring en anciënniteit, en dat ze tijdens hun loopbaan op bepaalde momenten automatisch bevorderen naar een volgende loonschaal, op voorwaarde dat ze gunstig geëvalueerd worden. Op dit moment voorziet het reglement dat de overgang van WM1 naar WM2 gebeurt na 6 jaar in WM1, de overgang naar WM 3 en WM 4 telkens na 4 jaar in de voorafgaande loonschaal. De overgang van PD1 naar PD2, PD3 en PD4 gebeurt telkens na 4 jaar.

Op dit moment bestaat ook de salarisschaal PD5. Op vraag van het bestuur wordt deze afgeschaft. Het bestuur vond dat deze schaal (die overeenkomt met de tweede salarisschaal van een ZAP-hoofddocent) te hoog is.

In de praktijk werd deze loonschaal echter zo goed als nooit toegepast: in de huidige praktijk aan de UGent gebeurt het slechts zeer zelden dat WP-leden een schaalverhoging krijgen, laat staan tot in de hoogste salarisschaal. Omdat er voor het overige niets wijzigt aan de bestaande loonschalen en de schaalverhogingen in de toekomst wel correct zullen worden toegepast, én in afweging met de andere belangrijke verbeteringen die worden doorgevoerd, waren wij als vakbond bereid om de theoretische PD5-salarisschaal te laten schrappen. De nieuwe werkelijk toegekende loopbaan zal in de praktijk nog steeds een stuk genereuzer zijn dan wat momenteel wordt toegepast.

(naar inhoudstafel)

Hoe verloopt de beëindiging van tewerkstelling?

Zoals eerder gesteld wordt in de arbeidscontracten van WP-leden in groep 1 & 2 een beding van maximale duur opgenomen. In de praktijk zal berekend worden wanneer de wettelijke opzeg moet worden gegeven om het contract te laten eindigen na verloop van deze maximale duur. Het personeelslid krijgt dan ook een bericht op het moment dat de opzegtermijn ingaat. Voorafgaand aan het einde van de voorziene maximale duur kan het contract enkel beëindigd worden na een tuchtprocedure, of bij slechte evaluaties.

Voor WP-leden in categorie 3 met een contract van onbepaalde duur gelden slechts 4 mogelijkheden om een arbeidscontract te beëindigen:

  • Tucht: bij zwaarwichtige feiten, omschreven in het tuchtreglement, en na het doorlopen van de tuchtprocedure.
  • Slechte evaluaties: na meerdere slechte evaluaties, en na het doorlopen van de evaluatie –en beroepsprocedure
  • Indien er geen nieuwe financiering meer kan gevonden worden voor de verderzetting van de tewerkstelling. Dit gebrek aan financiering moet wel bewezen worden.
  • Wanneer de groep waarin het WP-lid werkt een andere wetenschappelijke koers wil uitgaan, en het WP-lid niet wenst of kan meegaan in die richting. De groep moet wel aantonen dat er redelijke inspanningen tot heroriëntatie zijn geweest, maar dat die zonder succes waren.

In de twee laatste gevallen (wegvallen financiering en nieuwe wetenschappelijke koers) wordt er implacement voorzien voor het WP-lid. Gedurende 6 maanden wordt gezocht naar een alternatieve tewerkstelling binnen de UGent, en krijgt het WP-lid voorrang bij nieuwe vacatures.

(naar inhoudstafel)

Wat met het aanvullend pensioen?

Alle WP-leden, ongeacht tot welke groep ze behoren, krijgen een aanvullend pensioen volgens dezelfde modaliteiten als het aanvullend pensioen voor het contractueel ATP. Concreet betekent dit dat de UGent maandelijks een bedrag in haar pensioenfonds zal storten dat kan oplopen tot 7% van de loonkost. Na pensionering krijgt het WP-lid dan ook een substantieel extra aanvullend pensioen uitbetaald bovenop het wettelijke pensioen. Jaarlijks krijgt elk WP-lid een persoonlijk overzicht van de opgebouwde pensioenreserves, en van het geschatte pensioenbedrag indien de tewerkstelling aan de UGent blijft verderlopen tot aan het pensioen.

Dit aanvullend pensioen was een erg belangrijke eis voor ons als vakbond. De wettelijke pensioenen in België behoren tot de laagste in Europa. Dit aanvullend pensioen maakt dan ook een wezenlijk verschil om gepensioneerde werknemers van de UGent van een degelijk inkomen te voorzien na pensionering.

Dit aanvullend pensioen gaat retroactief in vanaf 1 januari 2016: dezelfde datum als waarop het pensioenplan voor het ATP is ingegaan. Dit was een specifieke eis van de drie vakbonden waarmee een discriminatie tussen ATP en WP wordt vermeden. Het is ook een compensatie voor de onterecht niet toegekende pensioenrechten uit het verleden.

(naar inhoudstafel)

Wat zijn de volgende stappen? Wanneer verandert er iets concreet? Wat met de huidige WP-leden?

Na de goedkeuring van dit nieuwe WP-loopbaanbeleid zullen onderhandelingen opgestart worden tussen het bestuur en de vakorganisaties om de UGent-reglementen voor het WP aan te passen aan dit nieuwe beleid. Dit zal vermoedelijk gebeuren in het najaar van 2018. Eens deze reglementen onderhandeld zijn, en ook bekrachtigd door de Raad van Bestuur, kan van start worden gegaan met het nieuwe beleid. We schatten in dat dit eind 2018 of begin 2019 zal zijn.

Alle WP-leden die op dat moment tewerkgesteld zijn, zullen op dat moment worden overgezet worden naar een contract van onbepaalde duur. Ze zullen, op basis van hun takenpakket, ingeschaald worden in groep 1, 2 of 3. Er zal een berekening worden gemaakt van hun UGent-anciënniteit, op basis waarvan hen de correcte loonschaal zal worden toegekend mochten zij deze momenteel nog niet hebben. Voor een groot aantal WP-leden zal dit een sterke verhoging betekenen.

(naar inhoudstafel)

Waar krijg ik meer informatie?

In deze tekst hebben we slechts de belangrijkste aspecten van het nieuwe statuut kunnen toelichten. De volledige tekst die werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur vindt u hieronder, alsook een presentatie die ACOD onlangs hierover gaf aan haar militanten.

In september organiseert ACOD verschillende personeelsvergaderingen om het nieuwe statuut grondig toe te lichten. Iedereen die werkzaam is aan de UGent is welkom op deze vergaderingen. Meer informatie vindt je hier.

Tenslotte: als je toch nog specifieke vragen zou hebben, kan je altijd contact opnemen met een van onze afgevaardigden, of via acod@ugent.be.